GELE KWIKSTAARTEN
OP DE PROEFVELDEN VAN DE WUR
Veel mensen weten dat de proefvelden van de WUR een voor Nederland uniek grote populatie patrijzen herbergen en dat er al tientallen jaren een steenuil broedt bij de Hoge Born. Wat minder bekend is, is dat er nóg een Rode Lijstvogel in uitzonderlijk hoge aantallen voorkomt: de gele kwikstaart.
De gele kwikstaart is een zomervogel van 15 – 16 cm lang; eind april arriveren de eerste vogels uit de Afrikaanse winterkwartieren en in de tweede helft van augustus begint hun najaarstrek. Favoriete broedgebieden zijn kruidenrijke weilanden, maar daarnaast wordt ook cultuurlandschap benut. Door de veranderingen in het beheer van graslanden, zoals vaker maaien, grondwaterpeilverlaging, gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen en het opruimen van ruige bermen, is de soort in Nederland erg achteruit gegaan en op de Rode Lijst beland.
Meer dan 40 territoria op de proefvelden
Lopend over de Dijkgraaf, Plassteeg en Bennekomsesteeg zijn in de maanden mei en juni de vogels niet te missen. Om de 50 meter klinkt hun roep of zie je een gele kwikstaart met fel gele borst en buik op een top van het gewas zitten. Wanneer na een regenbui insecten uit de bomen op de grond gevallen zijn, kun je de gele ”kwikken” met wippende staart op het asfalt zien foerageren.
Chris Bosch van de Weidevogelwerkgroep Binnenveld Oost (WBO) inventariseert het aantal territoria van Rode Lijstsoorten op de proefvelden. De uitwerking van het veldwerk is op het moment van schrijven (28-7-2019) nog niet helemaal af, maar een schatting geeft nu een aantal van boven de 40 gele kwikstaart-territoria aan.
Quickscan noemt niet de hoge aantallen
De Quickscan van Bureau De Groene Ruimte (BGR) noemt alleen het voorkomen van deze soort. Niet de hoge aantallen broedparen.
(Klik op de afbeelding
voor de pdf van de Quickscan)
Indien de campusroute zou worden aangelegd, komt de verplichte compensatie van verlies van leefgebied van deze vogelsoort aan de orde. Westelijker in het Binnenveld komen hier en daar gele kwikstaarten voor, maar geen enkel perceel kan hoge aantallen broedparen herbergen doordat intensief landgebruik nestelen en grootbrengen van jongen verhindert.